Stemmingsstoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en kunnen leiden tot depressiviteit en extreme opwinding en prikkelbaarheid. Iemand met een depressieve stoornis kan verdrietig zijn, extreem vermoeid, ongemotiveerd, suïcidaal, niet geïnteresseerd zijn in normalerwijs leuke activiteiten, zich waardeloos of schuldig voelen, en niet in staat zijn om te eten of te slapen.

Sommige mensen met een depressie zijn ook manisch, en de combinatie van beiden wordt een bipolaire stoornis genoemd. Als iemand symptomen van manie ervaart, heeft hij of zij gevoelens van extreme prikkelbaarheid, een opgeblazen eigenwaarde, voortrazende gedachtes, slecht inschattingsvermogen, en de neiging om zich extreem risicovol te gedragen. Sommige mensen maken maar één keer een episode van depressiviteit of manie door, terwijl anderen episodes doormaken die gedurende hun hele leven terugkomen.

Mensen met stemmingsstoornissen kunnen moeite hebben om dingen af te maken op hun werk, een huishouden te managen, mee te doen aan vrijetijdsbesteding en gezonde relaties met familie en vrienden te onderhouden.psyche

Ergotherapeuten kunnen mensen met stemmingsstoornissen helpen om hun vermogen te herstellen om in het dagelijks leven op het werk en thuis te functioneren.

Wat kan een ergotherapeut doen?

  • Iemands vermogen om te werken en voor zichzelf te zorgen evalueren.
  • Behandeldoelen identificeren die voor de betrokkene betekenis hebben, zoals het opstellen van een routine voor persoonlijke verzorging, met geld omgaan, goed communiceren met familie, zorgverleners en collega’s, en het stellen van realistische doelen voor de korte en langere termijn.
  • Activiteiten en de omgeving zodanig aanpassen dat de betrokkene kan meedoen aan taken die voor hem van betekenis zijn.
  • Iemands reactie op medicatie om een stemmingsstoornis te behandelen in de gaten houden. Familieleden en verzorgers leren over stemmingsstoornissen en met het werken aan de behandeldoelen.

Wat kan iemand met een stemmingsstoornis doen?

  • Persoonlijke doelen op het werk en thuis identificeren.
  • Taken op het werk en thuis zodanig aanpassen dat ze met succes kunnen worden volbracht.
  • Meedoen aan individuele of groepscounseling.
  • Activiteiten identificeren die voor hem of haar betekenis hebben.
  • Betrokken zijn bij activiteiten en groepen in de buurt, die voor de betrokkene belangrijk zijn.
  • Ergotherapeutische behandeling zoeken via buurtprogramma’s en poliklinieken.

Related Entries